in België. De s. v. bestaat uit vennooten, wier aantal en inbreng veranderlijk zijn; de inbreng bestaat uit stortingen in baar geld of werkelijken inbreng; de deelbewijzen, die den inbreng vertegenwoordigen, zijn niet vatbaar voor afstand aan derden.
Behalve deze deelbewijzen mag er geen enkele andere soort titels uitgegeven worden. De s.v. werd in het handelswetboek ingevoerd door de wet van 18 Mei 1873 (Handelswetboek, Boek I, Titel IX: De Vennootschappen).
Sindsdien herhaaldelijk gewijzigd, o.m. bij de wet van 28 Sept. 1932. Deze vorm van vennootschap is het gevolg van de ontwikkeling der coöperatieve beweging.
Alhoewel hij, in den geest van den wetgever, aan de arbeiders moest toelaten zich op voordeelige wijze te vereenigen, was dit niet het eenige doel.De s. v. is in principe een vennootschap van personen, d.w.z. dat de persoonlijkheid der vennooten van grooter belang is dan de kapitalen, die in gemeenschap worden gebracht.
Oprichting.
1° Grondvoorwaarden:
a) de essentieele voorwaarden vereischt bij de oprichting van iedere vennootschap;
b) de s. v. moet ten minste zeven leden tellen (art. 116, al. 2).
2° Vormvoorwaarden: de vennootschap moet worden opgericht bij authentieke of onderhandsche akte, in twee exemplaren. De akte moet in haar geheel worden bekend gemaakt. Op straf van nietigheid moeten in deze akte worden vermeld :
a) benaming en zetel der vennootschap;
b) voorwerp of doel der vennootschap;
c) nauwkeurige opgave der vennooten;
d) wijze, waarop het maatschappelijke fonds gevormd is of later gevormd zal worden en het minste bedrag ervan.
Toelating, ontslag en uitsluiting van vennooten en het beheer worden geregeld volgens de statuten; zeggen deze niets, dan volgens de wet.
In 1935 bestonden er 3.283 samenw. vennootschappen.
Lit.: Louis Fredericq, Beginselen van het Belg. Handelsrecht (II
1931); Charles Resteau, Traité des Soc. coopératives (Brussel 1926). V. Helshoecht.