Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Samengesteldbloemigen

betekenis & definitie

of Composieten, de grootste plantenfamilie, met 800 geslachten en 13.000 soorten, meestal kruidachtige gewassen en struiken. Wordt aldus genoemd, omdat een aantal bloemen door een gemeenschappelijk omwindsel tot een biologische eenheid gemaakt wordt, die door een niet-deskundige voor één bloem aangezien wordt (bloemstelsel: korfje).

In het bloemstelsel komen voor óf enkel lintbloemen óf enkel buisbloemen, óf lint- en buisbloemen. Enkel lintbloemen bezitten de Cichorieae, die melksap hebben in vertakte vaten.

Zeer bekende geslachten zijn cichorei, andijvie, akkerkool, biggenkruid, leeuwentand, morgenster, schorseneer, paardenbloem, melkdistel, havikskruid en sla. Buis(en lint-)bloemen komen voor bij de Tubuliflorae, waarvan zeer bekende geslachten zijn: leverkruid, guldenroede, madeliefje, aster, fijnstraal, rozenkransje, viltkruid, droogbloem, dahlia, stroobloem, alant, zonnebloem, cosmos, tandzaad, afrikanen, kamille, duizendblad, ganzebloem, chrysanth, hoefblad, kruiskruid, goudsbloem, klis, distel en centaurea (korenbloem en knoopkruid).

Bouman.

< >