Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sabbe

betekenis & definitie

1° Julius, Vlaamsch publicist; vader van 2°. * 14 Febr. 1846 te Gent, ✝ 3 Juli 1910 te Brugge. Leeraar aan het athenaeum aldaar; vooraanstaande vrijzinnige Flamingant, die o.a. voor de oprichting ijverde van een VI. conservatorium te Antwerpen.

Dichtte de cantate Klokke Roeland (door E. Tinei getoonzet); gaf een levensschets uit van P.

Benoit.Lit.: Lode Monteyne, De Sabbes (1933).

2° Maurits , Vl. letterkundige en cultuurhistoricus; zoon van 1°. * 9 Febr. 1873 te Brugge, ✝ 12 Febr. 1938. Doctor in de Germ. philologie te Gent (1896), was athenaeumleeraar te Mechelen en te .Antwerpen ; conservator van het Plantijnmuseum (1919), prof. aan de Koloniale Hoogeschool (1921), het Hooger dnst. voor Schoone Kunsten te Antwerpen (1923) en aan de vrije univ. te Brussel (1923-’37).Tot 1938 lid van de Kon. Vl. Academie. In zijn keurig gestyleerde verhalen schildert hij wat romantisch-sentimenteel het Brugsche volksleven met zijn folklore en zijn rustige atmosfeer van vrome wijding. Zijn tooneelwerk, meestal eenakters, speelt gewoonlijk in hetzelfde milieu. Schreef ook merkwaardige bijdragen over het cultuurleven in Vlaanderen, hoofdzakelijk te Antwerpen, in de 16e en 17e eeuw.

Werken.

Romans en novellen: Aan ’t Minnewater (1898) ; Een Mei van Vroomheid (1903); De Filozool van ’t Sashuis (1907); Vl. Menschen (1907); De Nood der Bariseeles (1912) ; In ’t Gedrang (1915); ’t Pastorken van Schaerdycke (1919); ’t Kwartet der Jacobijnen (1920).

Tooneel: Pinksternacht (opera. Fanny’s Sonnet (1910); Bietje (1913); Caritate (1914) ; ’t Kleintje ; De tooneelles; Vrouwenhart (1917).

Lit.-hist. en cult.-hist.: Leven en Werken van M. de Swaen (1905); Het Proza in de Vl. Lett. (1909); Mozaïek(1912); Dierkennis en Diersage bij Vondel (1917); Christoffel Plantijn (1921); Handschriften en Vroegdrukken (1923); Redevoeringen en Studies (1924); Uit het Plantijnsche Huis (1924) ; Het Museum Plantin-Moretus (1926) ; Antwerpsche Druckerye (1926); De Moretussen en hun Kring (1928); Letterk. Verscheidenheden (1928); Peeter Heyns en de Nimfen (1929) ; Brabant in ’t Verweer (1933) ; Peilingen (1935).

Lit. : L. Monteyne. De Sabbes (1933, zeer uitvoerig); R. Rocinans, Analytische bibl. van en bibl. over M. S. (1933, id.). A. Boon.

< >