Jezuïet. * 17 Oct. 1856 te Bemmel (Geld.), ♱ 2 Jan. 1936 te Den Haag. Leeraar, daarna rector van het college te Katwijk (1893’99); rector van het college te Amsterdam (1899-1907); provinciaal (1914); assistent van den generaal der Soc. van Jesus te Rome (1915-’35). Hij studeerde in de Klassieke letteren te Leiden, waar hij in 1893 promoveerde. Zijn Lat. gedicht „Amor” werd in 1890 met den Hoeufftprijs bekroond.
Door zijn buitengewone talenten heeft hij, bijzonder als geestelijk leidsman, zeer veel invloed uitgeoefend op de velen, met wie hij in aanraking kwam. v. Hoeck.