1° In de sierkunst een concentrisch ornament, in den vorm van een gestyleerde opengebloeide roos.
2° Een der twee grondvormen, waarin diamant tegenwoordig vnl. geslepen wordt (zie figuur).
3° (Meetk.) Vierbladig rozet is een vlakke kromme, die in poolcoördinaten voorgesteld kan worden door de vergelijking ҩ = a sin sω.