Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Rozendaal

betekenis & definitie

1° Gem. en dorp in de prov. Gelderland, in het Z.O. van de Veluwe, 5 km ten N. v.

Arnhem. Opp. 2 826 ha; ca. 400 inw. (Ned.

Herv.). Landbouw en boschbouw.

In het W. het kasteel Rozendaal (met park), een vierkant gebouw met grachten omgeven en zwaren ronden baksteenen toren uit ca. 1300; bekend vooral is het park (17e e., in Lenôtre-stijl) met waterwerken (bedriegertjes) en tuinbeelden uit de 18e e. Het geheele landgoed is 2 200 ha: heide en bosschen en het hoogste punt van de Veluwe, de Imbosch (110 m).

De Ned. Herv. kerk is uit de 16e eeuw.

Heijs.2° (Ook: Rosendaël) Gem. in Fransch-Vlaanderen. Voorstad van Duinkerken, tuinstad, kweekerijen. Ca. 16 800 (tweetalige) inw., overwegend Franschsprekend. Kloosters: Dochters der Liefdadigheid; Zusters van het Kindeke Jesus (3); Zusterkens der Armen.

< >