(Columba livia), ook klipduif of wilde duif, wordt beschouwd als de stamvorm van al onze tamme duivenrassen. De Europ. r. heeft een helderblauwe kleur met witte stuit, vaak met zwarte banden over de vleugels.
In andere werelddeelen vindt men vsch. kleurvariaties, soms geheel witte, een enkele maal zwarte, soms rood- en geelgetinte. De r. is ong. 34 cm lang met een vleugelspanning van 65 cm; snavel zwart, matig ontwikkelde en gladde snavelwratten en oogranden; oogkleur lichtrood; korte, bloedroode en onbevederde pooten.
Is gemakkelijk te temmen (duiven van San Marco te Venetië). Komt algemeen voor in Azië, Afrika, in de landen om de Middellandsche Zee, ook in Schotland en Noorwegen; broedt in holten van rotswanden.Verheij.