1° (soms genoemd Rotti) een eilandje ten Z.W. van Timor. Bestuursplaats is Baä.
De oude 18 radjaschappen zijn in 1928 onder één radja vereenigd en in 1931 zijn die oude radjaschappen omgevormd tot inlandsche gemeenten. Op R. zijn vele en goede paardenpaden.
Producten: was, copra, schildpad en groote productie van suikerstroop, het hoofdvoedsel gedurende voedselschaarschte (Max Havelaar over de niet-etende bevolking van het eiland R. bij Timor!). Er zijn een 12-tal meertjes, en aan de Noordkust is een druipsteengrot, verder komen voor „slikbronnen” of zgn. „moddervulkanen”.
Vgl. → Rotineesch. In 1930 telde het eiland 57 000 zielen, waarvan 33 000 gekerstend door de zending,v. d.Windt.
2° Straat Roté is een 10 km breede zeestraat tusschen de eilanden Roté en Timor; de straat is zeer diep; in het Z.O. liggen de ondiepe Beatriceriffen.