Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Roswita

betekenis & definitie

(Roswitha, Hrotsvith) van Gandersheim, eerste Duitsche dichteres. * Ca. 932, ✝ kort na 1001. R. trad jong in het klooster Gandersheim; in de praefatio op haar drama’s verklaart zij haar naam als clamor validus Gandershemensis, de sterke stem van G.

Haar werken zijn geschreven in het Latijn, maar de karakters en opvattingen zijn Germaansch: 1° acht in disticha en Leonijnsche hexameters gedichte heiligenlegenden. 2° Zes moraliseerende en godsd. spelen in proza: Gallicanus, Dulcitius, Callimachus, Abraham, Paphnutius en Sapientia. Ze waren bedoeld als een Christelijke vervanging van Terentius.

Dit doel is niet bereikt, doch in zich zijn deze werken (de titel Comoediae stamt van Celtes, den eersten uitgever) de vrucht van een groot dichterlijk talent. In heel de vroege M.E. staan deze pogingen tot een Christelijk drama alleen.

De dialoog is levendig, de opeenvolging der tooneelen goed. R. schrikt ook voor gewaagde scènes niet terug, maar de reinheid zegeviert ten slotte altijd. 3° Carmen de Gestis Ottonis I imperatoris, een hist. epos in Leonijnsche hexameters; daarvan zijn ruim 900 verzen over. 4° De primordiis coenobii Gandershemensis, over het begin van het klooster Gandersheim. 5° Twee kleine gedichten, eerst later bekend geworden.De Humanist Conrad Celtes vond haar werk in een hs. van St. Emmeram te Regensburg (nu in München) en gaf haar werken 1501 uit. In den lateren tijd werden fragm. van andere hss. gevonden in Keulen en Klagenfurt.

Uitg.: in Migne, Patr. Lat. (dl. 137); volledige Duitsche uitgave door Helene Homeyer (1936).

Zr. Agnes.

< >