Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Roode hond

betekenis & definitie

1° (Rubeola) ➝ Hond (roode).

2° (Lichen tropicus) Een vooral in vochtig tropenklimaat veelvuldig voorkomende huidaandoening. In het bijzonder daar waar de huid aan druk of wrijving onderhevig is en het zweet stagneert, ontstaanheftig jeukende roode pukkels. Geeft aanleiding tot gestoorde nachtrust, prikkelbaarheid en nervositeit. Ter voorkoming veel wasschen, maar vooral goed afdrogen der huid, ruim gebruik van speksteenpoeder, hygiënisch, goed poreus ondergoed (net- en reformstoffen, geen flanel); niet met vochtig ondergoed blijven rondloopen. Ter behandeling gebruikt men anti-roodehond-schudmengsels of gemengde strooipoeders. Vloeistofopname beperken.

< >