De laatste groote Javaansche dichter. Geb. vermoedelijk in 1803 te Soerakarta, ✝in 1873 of 1875 aldaar.
R. was uit een oud geslacht van letterkundigen gesproten, en ingewijd in den geheelen cyclus van Jav. profane en gewijde wetenschap; slechts in zijn latere leven door Europ. geleerden een weinig beïnvloed; door de Javanen beschouwd als de laatste →poedjonggo, die de Wahjoe had, d.i. de goddelijke inspiratie, die hem in staat stelde naar den eisch de geschiedenis der Javaansche koningen te schrijven. Van zijn omvangrijke oeuvre is het belangrijkst de →Poestoko Rodjo.Lit.: Hazeu, Oud en Nieuw uit de Javaansche letterkunde (1921). Berg.