1° Gerhard Moritz, Ned. werktuigkundige. * 7 Mei 1795 te Essen (Oost-Friesl.), ♱ 28 Oct. 1852 te Bloemendaal. Aanvankelijk marineofficier in Franschen (1810-’13) en Ned. dienst, hetgeen mogelijk was, omdat Oost-Friesland ingelijfd was bij het koninkrijk Holland, later (1824’41) regeeringsadviseur in zaken van werktuigkunde.
Maakte in regeeringsopdracht enkele reizen naar Engeland om er de ijzerindustrie te verkennen. Van beteekenis is zijn arbeid als pionier van het Ned. stoomvaartwezen, in ruime mate gesteund door Willem I.
R. is medestichter en leider van de Ned. Stoombootmij. en van de bekende werf Feijenoord te Rotterdam, uitvinder o.a. van de receiver compound machine, van beslissend belang voor de stoomvaart.Lit.: Mallet, La machine compound de R. (1901); de Boer, Leven, en bedrijf van Gerhard Moritz Röntgen (1923).
2° Julius, Duitsch componist en pianist. * 9 Mei 1855 te Leipzig, ♱ 13 Sept. 1932 te Utrecht. In 1876 leeraar aan het Amsterdamsch Conservatorium, 1886-’98 dirigent van Toonkunst en 1918-’25 directeur van het Conservatorium.
Als begeleider van Stockhausen en Messchaert oogstte hij grooten roem. Vsch. composities op allerlei gebied.
3° Wilhelm Conrad, Duitsch natuurkundige. * 27 Maart 1845 te Lennep (Rijnland), ♱ 10 Febr. 1923 te München, waar hij sinds 1900 prof. was. In 1895 ontdekte hij de naar hem genoemde stralen (➝ Röntgenstralen), door hem eerst X-stralen genoemd, waarvan hij diepgaand de eigenschappen onderzocht. Verder onderzocht hij de soortelijke warmte van gassen, de piëzo-electriciteit van kwarts, den invloed van druk op den brekingsindex van vloeistoffen. In 1901 kreeg hij den (eersten) Nobelprijs voor natuurkunde.
R. heeft te Utrecht gestudeerd. Werk.: Eine neue Art von Strahlen (1896).
Lit.: O. Glasser, W. C. R. und die Gesch. der R.-Strahlen (1931).