Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Roemers Visscher

betekenis & definitie

1° Anna, dichteres, oudste dochter van Roemer Visscher; zuster van 2°. Geb. waarsch. 1583 te Amsterdam, ♱ 1651 te Alkmaar.

In 1624 gehuwd met Dominicus Boot van Wesel. Vermoedelijk in 1640 werd zij met haar man Katholiek.

Zij werkte mede aan haar vaders Sinnepoppen en bezorgde daarvan een uitgave, vertaalde onder meer de Honderd Christelijke Zinnebeelden van De Montenay, en gaf ook zelf gedichten uit. Met haar zuster Maria Tesselschade is zij een typisch geëmancipeerde vrouw der Renaissance, bekoorlijk, veelzijdig begaafd, harmonisch ontwikkeld, kunstvaardig (glas-graveeren), maar vooral „wijs”.

Bewonderaarster van Cats. Haar dichtwerk is in hoofdzaak didactisch; het geeft blijk van talent, dat echter dikwijls overschat is om haar aantrekkelijke persoonlijkheid.

Zij nam ook deel aan den Muiderkring. Bekend is haar portret door Goltzius (1612).Uitg.: Alle de Gedichten van Anna Roemers Visscher (ed. N. Beets 2 dln. 1881); Fr. Kossmann, Onuitgegeven gedichten (in: Oud-Holland 1924, ook afzonderlijk uitgeg.). Lit.: Kalff, Gesch. der Ned. Letterk. (IV); Te Winkel, Ontwikkelingsgang (2III); Sterck, in : Nw. Ned.

Biogr. Wbk. (V); id., Oorkonden over Vondel en zijn Kring (1918); Unger (in : Oud-Holland, III 1885). Vermeeren.

2° Maria Tesselschade (Tesselschade genoemd naar aanleiding van schade, door haar vader kort voor haar geboorte bij Tessel geleden), dichteres; zuster van 1°. * 21 Maart 1594, ♱ Juni 1649 te Amsterdam. In 1623 gehuwd met den zeeofficier A. J. Crombalch, die in 1635 overleed. Zij was het sieraad van den Muiderkring en is evenals Anna, ja, meer dan deze, omdat zij in schoonheid en geest boven deze uitmuntte, een typisch geëmancipeerde Renaissance-vrouw, eveneens bekoorlijk, veelzijdig begaafd (zang), harmonisch ontwikkeld en kunstvaardig. Bewonderaarster van Hooft. Haar dichtwerk, waarvan slechts enkele verzen zijn overgeleverd, is van betere kwaliteit dan dat harer zuster. Zij bezat een grooter talent, al werd ook zij door haar tijdgenooten overschat. Na Vondel’s overgang ging zij eveneens tot de Katholieke Kerk over (1641), hierbij heftig door Huygens bestreden. Goltzius teekende ook haar (1612).

Uitg.: Een onwaerdeerlycke Vrouw. Brieven en verzen van en aan Maria Tesselschade (ed. Worp, 1918). Lit.: Zie boven bij 1°. Vermeeren.

< >