(Pinnipedia) vormen de onderorde der zeeroofdieren van de orde der roofdieren. Hun lichaam is spoelvormig, met kort, gekroesd wolhaar en stijf bovenhaar.
De kop is rond, afgeplat, de neusgaten zijn sluitbaar, de lippen dragen sterke borstelharen. Het gebit is als dat der landroofdieren, alleen zijn de kiezen onderling meer gelijk.
De ledematen zijn kort en slechts tot zwemmen geschikt; alle pooten hebben vijf, door zwemvliezen verbonden teenen. De r. bewonen alle zeeën, ook enkele binnenzeeën.
Zij verlaten het water, om zich in de zon te koesteren, te slapen of hun jongen te voeden. De r. leven in troepen, één mannetje met meerdere wijfjes en jongen, en voeden zich met visch, schelpdieren en andere zeedieren.
Om hun vel, vleesch en traan wordt er veel jacht op hen gemaakt. De r. worden in drie fam. verdeeld: de fam. der ➝ oorrobben (Otariidae), ➝ zeehonden (Phocidae)en ➝ walrussen (Odobenidae). Keer.