Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Ridderorden

betekenis & definitie

A) De geestelijke r. der M. E. ontstonden in den tijd der Kruistochten, eerst tot bescherming der pelgrims en tot hulp aan zieken en armen; later eveneens tot strijd tegen de heidenen, bijz. tot bescherming en verdediging van het H.

Land. De drie voornaamste waren: ➝ Johannieters, ➝ Tempelieren en ➝ Duitsche Orde.

Daarnaast vond men tal van kleinere, meest plaatselijke groepeeringen. Hun regels waren ontleend aan die der Benedictijnen (Cisterciënsers), Augustijnen en Basilianen.

Gewoonlijk omvatte de Orde drie klassen: ridders voor den wapendienst, kapelaans voor het koor, broeders voor het dienstwerk in huis en in den krijg; vaak ook donati en geaffilieerde vrouwenkloosters. De ridders legden de drie geloften af.

De R. hebben op menig gebied groot nut afgeworpen, het minst echter op geestelijk gebied, met uitzondering van de Duitsche Orde in haar scholen. Naarmate het hoofddoel: strijd tegen de ongeloovigen en hulp aan de pelgrims, verviel, verloren de Orden aan beteekenis en sloop verslapping der tucht in.

De meeste zijn geleidelijk door secularisatie verdwenen. Zie de afzonderlijke trefwoorden. Lindeman.

B) Wereldlijke r., onderscheidingsteekens door de overheid uitgereikt wegens bijz. verdienste tegenover den koning, den staat of de maatschappij. De r. worden ingesteld door een wet op initiatief des konings. Er zijn drie Nederlandsche r. ingesteld: de ➝ Militaire Willemsorde, de Orde van den Ned. Leeuw (➝ Leeuwenorden) en de ➝ Oranje-Nassau-orde.

Vreemde r. mogen door Nederlanders slechts aangenomen worden met verlof van den koning. Een sanctie op het overtreden van dit verbod is er niet. Struycken.

In België onderscheidt men vijf nationale orden, nl.: de ➝ Leopold-orde, de orde van de ➝ Afrikaansche Ster, de Koninklijke Orde van den Leeuw [➝ Leeuwenorden (in België)], de Kroon-orde, ingesteld door het decreet van den koning-souverein, van 15 Oct. 1897, en de Orde van Leopold II, ingesteld door het decreet van den koning-souverein, van 24 Aug. 1900. De laatste drie orden omvatten zes klassen, nl. groot-kruis, groot-officier, commandeur, officier, ridder en gemedailleerde.

Lit.: Almanach Royal (1937). Rondou.

C) Pauselijke r. Door den paus als wereldlijk vorst worden de volgende ridderorden verleend aan degenen, die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor Kerk of maatschappij, of den H. Stoel: de ➝ Christusorde, de Piusorde (➝ Pius IX), de ➝ Gregoriusorde, de ➝ Sylvesterorde, de orde van de ➝ Gouden Spoor, de orde van het Heilig Graf (➝ Graf, II). Daarenboven verleent de paus de volgende onderscheidingen: het kruis ➝ Pro Ecclesia et Pontifice, de medaille ➝ Bene Merenti en die van het H. Land.

< >