(ook: reps, rips) noemt men de, van de platvervlechting afgeleide, bindingen, die ribben van kettingeffecten in dwars- of van inslageffecten in lengte-richting in het weefsel doen ontstaan. Alle weefsels met ribben, varieerend van de dunste tot de dikste, kunnen met den naam r. aangeduid worden.
Speciale soorten r. zijn: o.a. r. barré, een stevige zijden stof met lengteribben, voor dassen; r. façonné, een fantasieweefsel met ribben in de lengte en breedte volgens een patroon gerangschikt; r. boordenstof of ➝ piqué, r. ➝ ottoman; r. papillon, een kamgaren mantel- of japonstof met platvervlechting; met moulinégaren voor den ketting is de stofnaam r. mouliné; r. popeline, een met 5-schafts inslagsatijn geweven fijne kamgaren stof voor mantels en japonnen; r. soleil, als r. popeline met 3-schafts inslagkeper geweven, bovenzijde ribsachtig, onderzijde glad. Andere namen voor ribsstoffen zijn: épinglé, ➝ cord, côte, côtelé, ➝ éolienne, veloutine, ➝ faille, Moscovite, Bengaline.
In vele gevallen is ook ➝ crêpe een gekroesde ribsstof met zwakke ribben. Schroeder.