Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Reyneke van Stuwe

betekenis & definitie

1° Jacqueline Pierrette (pseud. Eline van Stuwe), schrijfster.

Geb. te Muntok. Redactrice van de Hollandsche Lelie en de Haagsche Vrouwenkroniek.

Schrijfster van diverse (vrouwenromans zonder veel waarde. Evenals het werk van Jeanne Reyneke van Stuwe van beteekenis als specimen voor de vrouwenroman na tachtig.Voorn. werken: Schaakmat (1915); In de Nevelen (2 dln. 1923); De Wisselingen van het Lot (1925); Hotel De Residentie (1930). Vermeeren.

2° Jeanne, letterkundige; echtgenoote van Willem Kloos. * 1 September 1874 te Solo. Schonk een uitgebreid oeuvre, voornamelijk romans uit het Haagsche leven. Zonder van veel beteekenis te zijn blijft haar werk merkwaardig als een specimen van den Ned. vrouwenroman na 1880, ook omdat zij voorgangster van enkele andere damesschrijfsters was.

Voorn. werken: Romans: Hartstocht (1899); Zijden en Keerzijden. Cyclus in 16 dln., waarin: Huize ter Aar (1905); Het leege Leven (1906). Een andere serie is: Van Vrouwenleven (6 dln.). Verder: In den klaren Dag (1932); Gevangenen (1933); ’s Menschen Vijand (1934). Poëzie: Impressies, Sonnetten en Verzen (1898); Verzen (1900). Drama: Judith (1903).

Lit.: Robbers, De Ned. Lit. na 1880 (1927); A. Haighton (in: De nieuwe Gids, 1929); A. H. M. Romein Verschoor, Vrouwenspiegel (21936). Vermeeren.

< >