(Eng. to revolve = omdraaien) (handelsecon.), crediet, gebruikelijk in den overzeeschen handel en ontleend aan de Eng. bankpraktijk. De banken financieren hierbij den import van haar cliënten doorloopend tot een maximaal bedrag, waarbij de omslachtige formaliteit van een voortdurend hernieuwde aanvrage om crediet vervalt.
Het crediet wordt hierbij automatisch vernieuwd, in tegenstelling met de gewone zgn. afloopende credieten, die op een bepaalden datum eindigen. Men kan het r. c. nog onderscheiden in cumulatief en niet-cumulatief crediet.
In het eerste geval mag het niet opgenomen bedrag van een vorigen termijn nog nadien worden gebruikt, in het tweede geval niet.Lit.: M. van Overeem, Organisatie en Techniek van den Handel (II 1933); W. F. Spalding, Banker’s Credits (1923); Wilbert Ward, American commercial credits (1922). Snel.