Wanneer men van de horizontale beweging, welke een waterdeeltje in zee ondergaat, dat gedeelte elimineert, hetwelk veroorzaakt wordt door de periodieke beweging van het getij, dan houdt men de niet periodieke beweging als gevolg van stroom en winddrift over, welke reststroom wordt genoemd. Voor het bepalen van den r. moeten dus in het algemeen de waarnemingen ter plaatse zich minstens over één maansdag (24,84 uur) uitstrekken.
Wissmann.