noemt men de stikstof, die vrij gemaakt kan worden uit bloedserum, nadat alle eiwit, dat immers ook veel stikstof bevat, daaruit verwijderd is. De quantitatief belangrijkste stof, die deze reststikstof oplevert, is ureum, maar daarnaast zijn er nog vele andere, bijv. urinezuur, kreatine en kreatinine, aminozuren, ammoniakzouten en enkele minder bekende stoffen (peptiden, nucleotiden, enz.).
In normale omstandigheden bevat het serum 20-30 mg N per 100 cc. Een van de factoren, die het gehalte aan reststikstoffen van het bloed bepalen, is de nierfunctie; de bepaling ervan is veelal een middel om zich over de nierfunctie een oordeel te vormen.
Er zijn echter nog wel andere factoren, die het reststikstofgehalte mede beïnvloeden, bijv. dieet, mineralen, stofwisseling, enz.Wyers.