wordt meestal in dezelfde beteekenis gebruikt als r., alhoewel door „fonds” een zekere zelfstandigheid van vermogensbestanddeel(en) op den voorgrond wordt geplaatst. Een afzonderlijk fonds treft men meestal alleen aan bij dividend- en vernieuwingsreserve.
Lit.: Kreukniet en de Jongh, Depreciatie en Reservefondsen (1930); de Jongh, De reservevorming der Nederlandsche N.V. (1919).
C. Janssens/v.Vugt.