(bedrijfsecon.). R. zijn in de onderneming teruggehouden winsten.
Zij vormen het bespaarde deel van het inkomen der onderneming,waarover slechts door de gezamenlijke aandeelhouders kan worden beslist. Doel der algemeene reserve is financiering van expansiedrang der onderneming en voorziening tegen aantasting van het kapitaal.
Bij de niet rechtspersoonlijke ondernemingsvormen worden deze in de zaak blijvende winsten bijgeboekt op kapitaal. Bij de rechtspersoonlijke ondernemingsvormen worden deze bedragen met name als r. in balans en grootboek opgevoerd.De r. worden voor verschillende gezichtspunten onderscheiden in: 1° echte en onechte of fictieve r.; de eerste zijn inderdaad uit ingehouden winsten ontstaan, de tweede vormen een groep, die eigenlijk meer waardevermindering van activa voorstellen, doch onder den naam van r. worden opgevoerd. 2° Zichtbare en onzichtbare of geheime r. al naargelang ze in de balans als speciale posten worden opgevoerd. De eerste groep treft men vooral aan op de balansen der administratieve ondernemingen, bijv. levensverzekeringen. Stille r. ontstaan vooral door hoogere waardeering van passiva of onderwaardeering van activa; de grootte van deze r. is geheim. 3° Algemeene en bestemmingsreserves, al naargelang bij het in het leven roepen ervan reeds direct een speciale bestemming aan de r. wordt gegeven of niet. Een wettelijke plicht tot r.-vorming bestaat niet voor de Ned. N.V.’s, wel bijv. in België. Toch wordt de vorming van r. meestal door de stapten voorgeschreven, dat zijn dan statutaire r.