(muziek), een door Seb. Erard in 1822 verbeterde hamermechaniek, sindsdien in de meeste vleugels en piano’s met kleine wijzigingen toegepast.
Zij bestaat uit: (boven)hamer, onderhamer met opstooter, vanger en demper. De bovenhamer bestaat uit een hamerkop en een hamersteel, onder welks uiteinde een klein rond kussentje is aangebracht.
Tegen dit kussentje wordt door den opstooter de stoot gegeven, welke den hamerkop tegen de snaren doet slaan. De kop van den opstooter kan zich in een uitholling van den onderhamer heen en weer bewegen.Wanneer de toets omlaag wordt gedrukt, gaat de onderhamer, die met zijn eene uiteinde vast zit, met het vrije uiteinde naar boven, den opstooter en bovenhamer mee opwippende. Dan schuift de kop van den opstooter van onder het kussentje weg (de zgn. uitloozing), en tegelijkertijd wordt de hamerkop tegen de snaar geslingerd, waarna hij weer een weinig terugvalt. Drukt men den toets slechts een weinig in, dan heeft de opstooter weer gelegenheid onder het kussentje te schuiven en is hij zoodoende gereed tot een nieuwen stoot. Hierdoor kan men den toets gemakkelijk eenige keeren snel na elkaar aanslaan.
von Essen.