Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Rekenhof

betekenis & definitie

(Belg. recht). Het gebruik van ’s lands middelen is onderworpen aan een dubbele contrôle, nl. van de Wetgevende Kamers en van het Rekenhof.

Het vaststellen van de jaarlijksche rekeningen is opgedragen aan de Kamers, de dagelijksche controle behoort aan het R., waarvan de organisatie geregeld is door de wet van 29 Oct. 1846, gewijzigd door de wetten van 4 Juni 1921, 20 Juni 1922 en 17 Juni 1923. Het R. bestaat uit twee Kamers, elk met een voorzitter, vier leden en een griffier.

Al de leden van het R. worden benoemd door de Kamer der Volksvertegenwoordigers voor een hernieuwbaren termijn van 6 jaar. De bevoegdheden zijn bepaald bij art. 116 van de Grondwet en bij de wet van 29 Oct. 1846; zij omvatten vnl.: 1° het nazicht en de vereffening van de rekeningen van het staatsbestuur en van het prov. bestuur;
2° het nazicht en de vereffening van de rekeningen van al wie tegenover de schatkist rekenplichtig is, nl. van de ontvangers der belastingen;
3° het nagaan of de uitgaven in de begrootingen voorzien niet overschreden worden;
4° de sluiting van de rekeningen der verschillende besturen van den Staat;
5° de voorlegging aan de Wetgevende Kamers van de alg. rekening van den Staat. De beslissingen van het R. zijn echte vonnissen, waartegen de betrokken partijen in verbreking kunnen gaan bij het Hof van Verbreking wegens vormgebrek of wegens schending der wet.

In Nederland wordt het Rekenhof ➝ Rekenkamer genoemd.

< >