is in Engeland de naam van elke wet, die een hervorming tot doel heeft; in het bijzonder wordt die naam gegeven aan vier wetten, in de 19e en 20e eeuw aangenomen tot hervorming van het parlement en van het kiesrecht. Bij de R. van 1832 werden vooral drie zaken ingevoerd: een betere verdeeling der zetels in het Lagerhuis, daar een aantal zetels aan de zgn. ➝Rotten boroughs ontnomen en ter beschikking van de dicht bevolkte industriegebieden gesteld werden; gelijkstelling in geheel het rijk van de voorwaarden om kiezer te worden (jaarl. census); beperking van den tijd der verkiezingen.
Deze R. deed het politiek overwicht overgaan van de oude parlementsaristocratie naar den burgerlijken middenstand. De tweede en derde R., nl. in 1867 en 1884-’85 (resp. onder den conservatief Disraëli ën den liberaal Gladstone) werkten in dezelfde richting.
Gedurende den Wereldoorlog, nl. op 6 Febr. 1918, werd een vierde hervorming aangenomen, de zgn. Representation of the people act, waarbij het algemeen stemrecht werd ingevoerd.Lit.: Beitch, The genesis of parliamentary reform (1913); J. R. M. Butler, The passing of the great Reform Bill (1914). Lousse.