Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Reeder

betekenis & definitie

is hij, die een schip exploiteert. In het zeerecht duidt het woord aan dengene, die aansprakelijk is voor de handelingen en verbintenissen van den kapitein en andere opvarenden.

Het Ned. recht stelde in art. 321 W. v. K., zooals het in 1838 is ingevoerd, den eigenaar van het schip gelijk met r.; sinds 1927 bepaalt art. 320, dat r. is hij, die een schip gebruikt tot de vaart ter zee en het daartoe óf zelf voert óf doet voeren door een kapitein, die in zijn dienst staat.

Bijna altijd is de r. in laatstgenoemden zin ook eigenaar; het verschil is van belang voor de bij het zeevervoer zeer zeldzame gevallen, dat een schip zonder kapitein verhuurd wordt, zoodat de huurder den kapitein aanstelt en dus r. wordt; bij tijdbevrachting door een eigenaar is niet de bevrachter, maar de eigenaar reeder.Aansprakelijkheid van den reeder Naar het zeerecht van de meeste landen kan de r. zijn aansprakelijkheid beperken. Het Fransche stelsel (afstand van schip en vracht) is in Ned. in 1927 verlaten voor een, dat nauw aan het Eng. recht aansluit. De beperking betreft thans niet alle verbintenissen van den kapitein, maar slechts die tot schadevergoeding uit aanvaring en uit vervoer (art. 474-476, 525-527 en 541 W. v. K.). De r. is slechts aansprakelijk tot een bedrag van 50 gld. per m3 inhoud van het schip, ook indien de aansprakelijkheid uit aanvaring en vervoer samenvallen. Voorwaarde is storting van het betrokken bedrag ter griffie van de arrondissementsrechtbank, hetgeen dan tusschen de belanghebbenden verdeeld wordt op ongeveer dezelfde wijze als een failliete boedel (art. 320 a-r W. v.

B. Rv.). Waarschijnlijk is deze storting betaling aan de schuldeischers in handen van den griffier, die het bedrag in ontvangst neemt als vertegenwoordiger van nader te bepalen schuldeischers. Ook de vervoerder-niet-reeder, kan onder dezelfde voorwaarden zijn aansprakelijkheid beperken (art. 320 r W. v. B. Rv.).

Bij faillissement van r. (vervoerder) blijft het gestorte bedrag buiten den faillieten boedel. De r. of vervoerder, die zelf door grove schuld of opzet lading of passagiers schade toebrengt, is onbeperkt aansprakelijk; bij aanvaring ontbreekt een dergelijke bepaling. Vgl. ➝Reederij. Loeff.

In het Belg. zeerecht wordt geen onderscheid gemaakt voor de aansprakelijkheid van den eigenaar, of deze al dan niet den kapitein benoemt. De eigenaar is steeds aansprakelijk voor de handelingen en verbintenissen van den kapitein, onder voorbehoud nochtans van zijn verhaal op den reeder-bevrachter, welke den kapitein heeft aangesteld. Collin.

< >