Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Reductie

betekenis & definitie

In het Paranagebied, waarvan het voornaamste gewest was Paraguay (in de 17e e. veel uitgestrekter dan de tegenw. republiek), moesten de Indiaansche nomaden-stammen door een bijzondere methode van missioneering tot vestiging worden gebracht, wilde de geloofsprediking onder hen blijvenden invloed hebben, en tevens worden onttrokken aan de uitbuiting en het slechte voorbeeld van de kolonisten. Daartoe dienden de zgn. reducties.

Het systeem was reeds vroeger elders door Franciscanen en Dominicanen toegepast, maar het meest typisch en systematisch werden de r. gevormd door de Jezuïeten; zij kregen voorgoed een officieel karakter door het decreet van koning Philips III van Spanje in 1610, waarbij de bekeerde Indianen vrijgesteld werden van iedere dienstbaarheid aan particulieren, en onmiddellijk van den koning afhankelijk werden verklaard, in wiens naam dan de Jezuïeten-missionarissen ook het wereldlijke bestuur en de rechtsmacht moesten uitoefenen, bijgestaan door een raad van inboorlingen. In hun dorpen (in 1650 reeds 33 met 150 000 inw.), waar geen beambte of kolonist nog een voet mocht zetten, heerschte een soort communisme in gereedschappen, kleeding en voedsel; de economische resultaten van den akkerbouw, door de missionarissen geleid, waren zeer gunstig, en de industrie bloeide; een militaire macht zorgde voor afweer van de slavenroovers.

Het geheele leven was van den godsdienst doordrongen, getuige de gezamenlijke H. Mis en rozenkrans iederen dag, de prachtvolle kerken, de processies en geestelijke spelen.Ook in Mexico en Californië hebben reducties bestaan.

Van niet-Kath. zijde is veel critiek op het systeem uitgeoefend. Misschien was de voogdij te sterk; ook is er geen inlandsche clerus gevormd. Doch groote voordeelen zijn niet te loochenen: de bekeering van het volk, financieele onafhankelijkheid der missie, uitsluiting van ongunstige Europ. invloeden, verheffing van het volk en opvoeding tot arbeid. De uitdrijving der Jezuïeten door Pombal en geestverwanten (1767) maakte een plotseling einde aan den bloei; onder het wanbestuur en de troebelen der 19e eeuw vervielen steeds meer Indianen opnieuw in de barbaarschheid.

Lit.: Hulsebosch, De R. van Paraguay (1917): Faszbinder, Der Jesuietenstaat in Paraguay (1926); Schuster. Paraguay, Land, Volk, Geschichte, Wirtschaftsleben und Kolonisation (1929); O’Neill, Golden Years on the Paraguay (1934); Garsch, Der Einflusz der Jesuiten-missionen auf den Wandel der Naturlandschaft zur Kulturlandschaft im Stromgebiet des Paraguay-Parand während des 17 u. 18 Jhdt. (1934). A. Mulders.

< >