is degene, die, met alle gaven daartoe uitgerust, de kunst van ➝ rhetorica practisch beoefent; hij is waarachtig kunstenaar, al blijft bij hem de schoonheid ondergeschikt aan een practisch doel. Zijn doel is nl. overreding van zijn gehoor tot hetgeen hij zelf wil; daartoe overtuigt hij en werkt hij op het gemoed.
Hij moet zijn stof beheerschen, de psychologie van den mensch en de massa kennen, zich weten aan te passen aan alle omstandigheden, zijn taal meester zijn, zich den eigenaardigen oratorischen stijl eigen maken (➝ Stijlfiguren), veel zorg besteden aan de voordracht (➝ mimiek, ➝ gesticulatie), heel zijn persoon aan de voorgestane zaak geven, overwicht met bescheidenheid van optreden vereenigen. ➝ Preek.Lit.: ➝ Redevoering. v. d. Eerenbeemt.