Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Ransuil

betekenis & definitie

(Asio otus), behoort tot de uilen, is ca. 35 cm lang. Bovenzijde is roestkleurig zwartbruin en lichter gevlekt.

Borst roestgeel, buik lichter. Staart bruinachtig met donkere dwarsbanden.

Om het oog een geelbruine sluier. Oorpluimpjes ruim 3 cm lang.

Oog oranje. Broedt het liefst in naaldbosschen.

Algemeen. Voedsel: muizen, ratten, kleine zangvogels en insecten.

Legt zijn eieren in de oude nesten van andere vogels van dezelfde grootte. Verschuilt zich overdag in dichte boomkruinen of dicht aan den stam gedoken.

In Maart kan men in den schemer het eentonige geroep hoe-hoe, of hoe-oek vernemen.

De vlucht is geluidloos, met stijve vleugels, die niet samengevouwen worden onder het vliegen.

Standvogel. De r. wordt ook wel ooruil en boomuil genoemd.

Bernink

< >