Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Radiopeiler

betekenis & definitie

Ontvanger, waarmee de richting kan worden bepaald in welke een zender (bijv. vliegtuigzender) zich bevindt; kan op den grond of aan boord van een luchtvaartuig worden gebezigd,

a) Op den grond. Met twee, op verschillende plaatsen opgestelde peilers kan men de positie van het luchtvaartuig bepalen door middel van gelijktijdige peiling onder wederzijdsche opgave van de peilingslijn en uitzetten dier lijnen op een → radiopeilkaart (Kruispeiling). Het snijpunt dier lijnen geeft de plaats van het luchtvaartuig op het oogenblik van de peiling,
b) In een luchtvaartuig bepaalt men de richting waarin zich op den grond opgestelde zenders, van welke de opstellingsplaats bekend is, bevinden. Rekening houdend met den eigen koers, kan de boordnavigator daaruit de positie van het luchtvaartuig afleiden.

De meest voorkomende systemen radiopeilers zijn: Bellini-Tosi: twee loodrecht op elkaar opgestelde raamantennes met een goniometer; Telefunken: een draaiende raamantenne; Adcock: vier verticale antennes met goniometer (alleen geschikt voor opstelling op den grond). Bij al deze systemen komt nog een hulpantenne voor de „sense”-bepaling voor.

Naast min of meer constante (dus in rekening te brengen) peilingsfouten, treden vnl. ’s nachts en gedurende zonsopkomst en -ondergang willekeurige, aan den toestand van de atmospheer te wijten miswijzingen op; men vat deze samen onder den naam nachteffect.

< >