Indisch dichter, wijsgeer en ijveraar. * 7 Juni 1861 te Calcutta uit vooraanstaande Bengaalsche familie. Tagore is een verbastering van zijn titel, niet zijn eigennaam of familienaam.
Aan zijn godsdienstig-wijsgeerige geschriften (vooral Sadhana, Eng. vert. 1919) ligt een vaag pantheïstisch godsbewustzijn ten gronde, terwijl in zijn lichtwerken [vnl. lyriek: Gitandzjali (Nobelprijs 1913); ook tooneelwerken] een in mystieke gevoelsverfijning zich uitende natuurverbondenheid overheerscht.Lit.: M. Winternitz, R. T. Religion und Weltanschauung des Dichters (1936); Noto Soeroto, RT. (Amsterdam 1921); L. Reypens, R. T., De md. dichter en ijveraar (1925).
Vertalingen van R.’s werk door Fred. van Eeden. Scharpé.