Stad en gem. in de prov. N.
Holland, ten N. van Amsterdam; opp. 1355 ha, omvattende de stad P. en de buurtschap Nek en Purmerbuurt; ruim 6100 inw. (1937), waarvan 62% Prot., 31% Kath. (vormend de parochie P.; is tevens een dekenaat) en 16% onkerkelijk. In P. is een Rijks H.B.S. met 5-jarigen cursus.
Er is veeteelt, land- en tuinbouw in het landelijke deel der gem.; de stad leeft van handel en verkeer, heeft met name een druk marktwezen op Dinsdag: vee (vooruitgaand; bekende schapenmarkt) en kaas (achteruitgaand); P. heeft een gem. kaasbeurs. Verder is er industrie (zuivelfabriek Hollandia, ijskasten-, carrosserie-, tegelfabrieken; houtind., wasscherij, enz.).
P. ligt aan de spoorlijn Amsterdam-Enkhuizen, aan het N.-Holl. Kanaal en heeft electrische tram verbinding met de hoofdstad.
P. was voor de drooglegging van het Purmermeer bekend door palingvisscherij en handel op Londen. Het ontstond aan het Westeinde van een voormalig dorp Purmer.
Het meer (thans de Purmer genaamd) werd drooggelegd in 1622; het heeft een bodem van oude zeeklei en veen. van der Meer.