Aanvankelijk een spotnaam van in Engeland verblijvende buitenlandsche Calvinisten en Calvinistisch gezinde Anglicanen, die de staatskerk van Roomsche ongerechtigheden (beelden, gewaden) wilden zuiveren, het ➝ Episcopaal stelsel door het ➝ Presbyterianisme vervangen en een strengere doorvoering van de Zondagsviering en handhaving der goede zeden voorstonden, zonder zich van de bestaande Kerk af te scheiden. De naam P. (Lat. puritas = reinheid) werd spoedig een verzamelnaam voor vele sekten, die een dergelijk doel nastreefden.
Lit.: Hopkins, The Puritans and queen Elisabeth (1875); Campbell, The Puritanism in Holland, England and America (1892). Wachters.