1° Giacomo, Ital. operacomponist. * 22 Dec. 1858 te Lucca, † 29 Nov. 1924 te Brussel. Met Manon Lescaut (1893) begint P.’s groote scheppingsperiode, die zich uitstrekt over La Bohème (1896), Tosca (1900), Madame Butterfly (1900, omgewerkt 1904), La Fanciulla del West (1910), La Rondine (1917), Il Trittico (drie een-acters, 1918) tot Turandot (voltooid door Alfano, 1926).
P. is de sterkste vertegenwoordiger van het verisme in de Ital. operamuziek; hij sluit bij Verdi en Massenet aan, doch heeft zijn stijl verrijkt met allerlei melodische en vooral harmonische mode-vondsten. De enorme dramatische slagvaardigheid en de breede adem van zijn melodieën hebben zijn muziek terecht een groote populariteit verschaft.Lit.: R. Specht, P. (1931; alwaar verdere lit.). Reeser.
2° Mario, Ital. romanschrijver. * 29 Juli 1887 te Senigallia. Schrijft ook veel critieken.
Voorn. werken: Davanti a Trieste (1919); Dove è il peccato è Dio (1922); Comici (1935).