Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Psychopathie

betekenis & definitie

(geneesk.), psychische toestand, die daarop berust, dat de primitieve driften en neigingen niet normaal en harmonisch zijn vergroeid en in dienst der hoogere psychische instanties zijn gesteld; daardoor geven zij steeds weer aanleiding tot handelingen, die vooral voor de omgeving en de gemeenschap, maar toch vaak ook voor den persoon zelf nadeelig en storend zijn. Dat deze toestanden ontstaan, heeft zijn oorzaak zoowel in biologische, constitutioneele als in psychologische, paedagogische factoren en meestal in een samenwerking van deze beide.

Vele gevallen van p. zijn sterk vermengd met neurotische elementen; daardoor wordt het ook begrijpelijk, dat sommigen bijv. de hysterie tot de neurosen, anderen haar weer tot de p. rekenen. v. d. Sterren Ned. recht.

Sinds de zgn. Psychopathenwetgeving, oorspr. ontwerp van 1911 onder minister R.

Regout, na herhaalde wijziging wet geworden in 1926 en in werking getreden in 1928, kunnen psychopathen, waaronder voor Ned. strafrecht te verstaan zijn personen tusschen krankzinnigen en geestelijk gezonden in, ter beschikking van de regeering gesteld worden na bepaalde strafbare feiten, en mits het belang der openbare orde het bepaaldelijk vordert (artikel 37 vlg. Wetboek van Strafrecht).

Pompe

< >