(Hoplocampa minuta). Deze behoort tot de bladwespen.
Mannelijke wespen schijnen zeldzaam. De vrouwelijke zijn 4,6 mm lang, dofzwart met roodachtige sprieten en in hoofdzaak bruingele pooten.
Leggen wanneer de bloemknoppen zich openen een eitje daarin. Hieruit komt een larve, die de nog weeke kern en vaak ook het vruchtvleesch aanvreet.
De aangetaste pruimen vallen vroegtijdig af, meestal als de larven volwassen zijn. Deze verlaten dan de vrucht en kruipen in den grond ter verpopping.
Volgend voorjaar April of begin Mei komen de wespen weer te voorschijn. Bestrijding: wegzoeken en uit de boomen schudden der wespen, aangetaste vruchten wegnemen en den grond rond de boomen zoo diep mogelijk omspitten en mengen met ongebluschte kalk. v.
Schendel