Eigenlijk: teekening van een voorwerp van ter zijde. Verder: verticale doorsnede in de lengte of in de breedte.
Zoo verstaat men in de geologie onder p. een doorsnede door de aardkorst. Een natuurlijk p. vindt men in ontsluitingen (alleen in bergachtig terrein over eenige hoogte van beteekenis) of uit boringen.
Door combinatie van talrijke kleinere p. komt men tot een normaalprofiel, dat de volgorde der lagen in een bepaald gebied weergeeft. Ten slotte kan men door verdergaande vergelijking een ideaalprofiel opstellen.
Een p. geeft verder inzicht in de ligging der lagen, de tectoniek, is zelfs onmisbaar om deze uit de geologische kaart af te leiden. liet verloop der oppervlakte in het p. wordt in de geomorphologie gebruikt om inzicht te krijgen in terrassen enz. Jong Voor profiel van vrije ruimte (techniek), zie → Omgrenzingsprofiel.In de bouwk. is p. de doorsnede-vorm van een lijstwerk. Het p. is mede typeerend voor den bouwstijl. Een goed p. brengt de functie van het betreffende bouwdeel tot uitdrukking; het getuigt van een dragen, binden of bekronen.
De Oude Egyptenaren profileerden zeer spaarzaam, de Grieken veel meer. Hun profileering was uiterst verfijnd, de afmetingen stonden in een vaste verhouding tot die van het geheele bouwwerk; vnl. de horizontale bouwelementen (zuilbasis en kapiteel, hoofdgestel en vooral de afsluitende kroonlijst) hadden een p. Bij de Romeinen vergroofde het. Gr. voorbeeld en ging de zuiverheid bij de toepassing teloor.
In de Gotiek getuigde het profileeren van een geheel anderen grondslag: toen werden juist de verticale, opstrevende elementen krachtig geprofileerd; men denke aan de (bundel)pijlers, de gewelfribben, de traceeringen in de glas-in-loodramen. De horizontale lijnen werden slechts zwak gemarkeerd. Van een vaste verhouding tusschen de p.-afmetingen en de grootte van de gebouwen was geen sprake meer. De Renaissance baseerde zich meer op de Romeinen dan op de Grieken; de Barok eveneens, doch deze bouwstijl ontwikkelde een eigen, zeer expressieve profileeringskunst, die getuigde voor een diep begrip van het wezen van het profiel.
De moderne architectuur wordt gekenmerkt door een opzettelijk weglaten van elk p., als reactie tegen de dikwijls begriplooze toepassing in de → neostijlen.
In de meubelkunst vindt het p. overeenkomstig toepassing als in de bouwkunst; technisch wordt het door schaven verkregen, het kan dientengevolge alleen goed in de langsrichting van het hout worden aangebracht. v. Embden