(Ned. recht) zijn de kosten, die het voeren van een proces met zich medebrengt. Zij bestaan in zegelrechten, registratierechten en belooningen van de diensten van deurwaarders, griffiers, bewaarders, deskundigen, getuigen, advocaten, procureurs en gemachtigden in kantongerechtszaken.
In het algemeen komen de kosten ten laste van de in het ongelijk gestelde partij. Daartoe stelt de rechter in zijn vonnis het bedrag vast van de kosten, die de verliezende partij aan de winnende moet vergoeden.
Een uitzondering op het genoemde beginsel vormt de zgn. compensatie van kosten. Wanneer nl. het proces gevoerd wordt tusschen echtgenooten, bloedverwanten in de rechte lijn, broeders en zusters of aangehuwden in den tweeden graad, kan de rechter elk der partijen haar eigen kosten laten dragen (W. v.
B. Rv. art. 56).
Noodeloos gemaakte kosten blijven voor rekening van degenen, die ze hebben gemaakt. Kosteloos kunnen procedeeren zij, die van hun onvermogen om p. te dragen, doen blijken, benevens armeninrichtingen, besturen van gasthuizen en kerkbesturen (W. v.
B. Rv. art. 855-875). v. d.
Kamp In België maakt het eereloon van den advocaat geen deel uit van de p. en blijft dit ten laste van den cliënt.
De compensatie van de kosten bestaat in België, behalve in het hierboven aangegeven geval, ook in het geval, dat elke partij voor een deel in het ongelijk wordt gesteld: art. 131 W. v.
B. Rv.
De rechtbank kan beslissen, dat de kosten door de in het ongelijk gestelde partij rechtstreeks aan den pleitbezorger van de winnende partij zullen worden uitbetaald (art. 133).Voor den kosteloozen rechtsbijstand, zie → Pro Deo. v. Dievoet