Kijker met convergeerend objectief en oculair, waarbij voor de beeldomkeering gebruik wordt gemaakt van twee gelijkbeenige rechthoekige prisma’s, waarvan de brekende ribben elkaar loodrecht kruisen. In elk prisma wordt een uit het objectief tredende straal, die bijv. evenwijdig aan de hoofdas loopt, tweemaal totaal gereflecteerd, waardoor de richting 180° verandert.
Een straal, die beide prisma’s doorloopen heeft, valt in de oorspr. richting, maar evenwijdig verschoven t.o.v. de hoofdas, waarbij boven en onder en ook links en rechts verwisseld zijn, op het oculair. Door deze heen-en-weergang van den straal in den p. is de lengte van den kijker gering. Als binoculaire kijker uitgevoerd, geeft de p. bovendien een grootere plastiek van de waargenomen objecten (landschap, tooneel), omdat de afstand der objectieven grooter is dan die der oculairen, waardoor de oogafstand a.h.w. kunstmatig vergroot wordt. Rekveld