(Lat. praeambulare = vooruitwandelen)
1° (philol.) kort gedicht, verwant aan het → epigram, geheel gericht op den slotregel. Vooral in Duitschland; met name Hans Rosenblüt, 15e eeuw, Neurenberg.
Lit.: Uhl, Die deutsche P. (1897).
2° (Muziek) In Duitschland in de 16e eeuw de naam voor een komisch lied (vaak meerstemmig), dat samengesteld was uit fragmenten van bekende liederen. In instrumentale composities van de 17e e. vindt men de p. ook aangeduid in den zin van→ praeludium of praeambulum.
de Klerk.