noemt men, in aansluiting bij de nieuwere Fransche letterkundige terminologie, de beweging, die voorafgaat aan de eigenlijke volle Romantiek, en waarin de meeste kenmerken, welke deze laatste, als gesloten verschijnsel, karakteriseeren, reeds afzonderlijk en sporadisch optreden. De P.-R. ontwikkelt zich in de groote West-Europ. letterkunden zoowat tusschen 1750 en 1800.
Alle vormen van reactie tegen de ➝ Aufklärung treden reeds in haar, als afzonderlijke trekken van geïsoleerde schrijvers, op: bevrijding van het menschelijk gevoel uit de koude redelijkheid, werkelijkheidsontvluchting en evasiedrang, vrijheidszucht van het individu, nationalisme, mediëvisme, primitivisme, piëtistisch getinte religiositeit. Groote figuren van de P.-R. zijn bijv.
Rousseau, Herder, Young, Thomson, Klopstock, Gessner, Crabbe, Bums, de jonge Goethe en Schiller (Sturmund-Drang!), Baggesen, Bellmann, Franzén, Bellamy, Feith, Bilderdijk en Karamzine. Baur.Lit. : P. van Tieghem, Le préromantisme (1930) ; II. Tronchon, Romantisme et préromantisme (1930); A. Viatte, Les sources occultes du Romantisme (1928); A. Monglond, Le préromantisme français (1930 vlg.).