Kloostercandidaat, die zich bevindt in den eersten proeftijd (postulaat) aan het noviciaat voorafgaande. Volgens het hedendaagsch alg. kerkel. recht is een postulaat van minstens zes maanden verplicht in kloostergenootschappen met eeuwige geloften en wel voor alle vrouwelijke candidaten en voor leekebroeders-candidaten aldaar; voor priestercandidaten en in het algemeen voor kloostergenootschappen met enkel tijdelijke geloften alleen maar voor zoover de eigen constituties het voorschrijven.
C.I.C., can. 538-541. Schweigman.