ook Oporto, hoofdstad (41°9'N., 8°37'W.) van de Portug. prov. Minho en het gelijknamige district (2 338 km2, ca. 796 000 inw., Kath.); telt ca. 232 000 inw. (Kath.) en ligt 6 km van de monding in het nauwe granietische dal van den Douro.
Centrum van industrie (weverijen, kleeding, metaal, meubel, kurk, leder, zeep en kaarsen); natuurlijk verkeersmiddelpunt van N. Portugal (buitenl. havenverkeer in 1926: 5,6 millioen ton). Invoer van ruwe grondstoffen, uitvoer van wijn (Douro-portwijn), kurk en erts. De oude stad met haar met tegels getooide huizen heeft vele oude bouwwerken, als de kathedraal (12e eeuw), Martinus(12e eeuw) en Franciscuskerk (13831410), Kristalpaleis, enz. Bisschopszetel.
De voorstad Vila Nova de Gaia (aan den linkeroever van de Douro) heette vroeger Portus Cale (= rotshaven). Hieruit ontstond de naam Portugal: deze naam ging nl. over op de heele vestiging, vervolgens op het diocees en ten slotte op den staat.