Stad in de prov. West-Vlaanderen; opp. 4 762 ha; ca. 12 000 inw. (vnl.
Kath.). Centrum van hopteelt; tabaksteelt; schoennijverheid en aardewerk.
Bisschoppelijk college en staatsmiddelbare school; gasthuis, weezenhuis en een groot sanatorium „De Lovie”. P. bezit drie monumentale Gotische kerken, w.o. vooral de St.
Bertinuskerk (14e e.), met een merkwaardigen preekstoel en een laat-Renaissance doxaal, en de St. Janskerk (13e e.) van belang zijn.Lit.: Opdedrinck, Poperingana (P. 1898). Hennus.
Geschiedenis. P. is de Frankische nederzetting Pupurningahem bij een oud-Romeinsche heirbaan. Gegeven door de Merwigings aan de St. Bertinus-abdij te St. Omaars. Stadskeure gegeven door den abt in 1147, naar die van Veurne.
Verkreeg marktvrijheid. Ontwikkelde weefnijverheid. Was van de Vlaamsche Hansa van Londen. Langdurige twisten met lakengilde van Ieperen. In 1360 vaart van P. naar den IJzer. Herhaaldelijk verwoest in de Engelsch-Fransche oorlogen der 14e-15e eeuw.
Kende als een der eerste de beeldstormerij in 1566. Aan Frankrijk bij tractaat van Nijmegen (1678) tot dit van Rijswijk (1697). Opbloei van weefnijverheid en hopteelt in 18e eeuw. Hoofdkwartier der Engelschen in den Wereldoorlog. Prims.