Moerassige vlakten ten Z.O. van Rome; opp. ca. 700 km2. Duinenrijen sloten het gebied van de zee af, zoodat het rivierwater niet kon afvloeien.
In de Oudheid, toen de afwatering goed geregeld was, heerschte er een bloeiende cultuur. Vele keizers (Caesar, Augustus) en pausen (Pius VI) beproefden opnieuw het land bewoonbaar te maken.
Vooral sinds 1899 ving men aan met nieuwe kanalen. De fascistische regeering verricht hier zeer mooi werk door drooglegging en vorming van flinke boerderijen.
Drie middelpunten worden gesticht: Littoria, Sabaudia en Pontinia, waar ca. 50 000 menschen een plaats zullen vinden. De bodem bestaat uit humus en vulkanische tuf; aan de kust vele dichtgeslibde haffen.
De temp. loopt uiteen van 8° 26° C. Vele immigranten, uit Noord-Italië vooral, worden hier als halfpachters neergezet op hoeven van ca. 20 ha.Lit.: P. Pfalz, Die Umwandlung der Pontinischen Sümpfe zum Pont. Acker (in : Geograph. Wochenschrift, 1934); M. Schmitt, Vom Pont. Sumpf zum Pont.
Acker (in: Geograph. Anzeiger, 1935). Heere.