Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Pontanus

betekenis & definitie

1° Joannes (Giov. Pontano), staatsman en Humanist. * 7 Mei 1426 te Cerreto (Umbrië), ♰ 1503 te Napels.

Goed Latinist en Neo-Lat. dichter. Hoofd van de academie te Napels; 1487-’95 staatssecretaris van Ferdinand I.2° Joannes Isaac, geschiedschrijver, doctor in de wijsbegeerte en de medicijnen, hoogleeraar in natuur- en wiskunde. * 21 Jan. 1571, ♰ waarsch. 7 Oct. 1639. Hij was de zoon van Isaac Pietersz. en noemde zich Pontanus, wijl geboren op zee, toen zijn moeder op weg was naar Elseneur. Zijn vader was handelsagent van Denemarken te Amsterdam. P. had een groot deel van Europa bereisd, vóór hij in 1606 hoogleeraar werd te Harderwijk. Het meest bekend door zijn historischen arbeid. Zijn Historia urbis et rerum Amstelodamensium (1611) is de eerste uitvoerige stadsgeschiedenis van Amsterdam, waarin een omstandig verhaal, geput uit de oude reisjournalen, van de reizen der Ned. naar Oost-Indië. P. gaf in de Origines rerum Francicarum (1626) het eerste ernstige werk over de oude geschiedenis van Frankrijk. Uitgenoodigd in 1622 door de Staten van Gelderland om de geschiedenis van hun gewest te schrijven, gaf P. in 1639 als vrucht mede van veel archiefonderzoek „Historiae Geldricae libri XIV”, het volledigste werk over dit onderwerp. J. D. M. Cornelissen.

< >