(krijgsk.), versterkingswijze volgens M. de → Montalembert. Hierbij bestond de enceinte uit een veelhoek van rechte of zwak gebroken fronten, waarop de artillerie voor bestrijding van de aanvalswerken werd opgesteld.
Het flankement van de grachten geschiedde uit → caponnières, gelegen voor het midden van elk front, van twee, soms drie verdiepingen, waarin geschutskazematten en opstelling voor geweerschutters. Het geschut stond gedeeltelijk hoog opgesteld om meer uitwerking te hebben op bres- en contrebatterijen.
De gracht voor de caponnières werd geflankeerd uit galerijen op den hoofdwal. Bovendien moest om de vesting een kring van gedetacheerde forten komen.
Een fout was de onvoldoende dekking van het metselwerk, maar overigens waren de beginselen zoo goed, dat zij buiten Frankrijk overal toepassing vonden, vooral in de → Nieuw-Pruisische versterkingswijze. H. Lohmeijer.