(recht). Algemeen.
In het algemeen verstaat men onder p. een handeling tot bereiking van een bepaald doel, maar die niet tot dat doel heeft geleid. Het is niet vanzelfsprekend, dat p. tot een strafbaar feit strafbaar is. De strafbaarheid der p. wordt op twee wijzen verdedigd. De eene opvatting (subjectieve p.-theorie) ziet in de p. een uiting van een gevaarlijk voornemen, terwijl de andere opvatting (objectieve p.-theorie) de p. een voor de rechtsorde gevaarlijke handeling, althans een strafbaar feit in begin-stadium, acht. Ondeugdelijke p. is een p., die in een gegeven geval niet tot voltooiing van het misdrijf kan leiden, hetzij om toevallige omstandigheden (relatief ondeugdelijke p.), hetzij om den aard der handeling (absoluut ondeugdelijke p.). De p. kan ondeugdelijk zijn doordat men een ondeugdelijk middel bezigt (bijv. p. tot vergiftiging met water) of omdat er sprake is van een ondeugdelijk object (bijv. p. tot doodslag op een lijk).
Voltooide p. is aanwezig, als de dader alles heeft gedaan om het strafbare feit te plegen, maar dit niet gelukte; bijv. hij schiet op iemand, maar mist. Van geschorste p. spreekt men, wanneer de dader nog niet alles gedaan heeft om het feit te voltooien, omdat hij in zijn voornemen wordt gestuit; bijv. hij wil schieten, maar het geweer wordt weggeslagen.
Ned. strafrecht.
In art. 45 W. v. Str. wordt de p. strafbaar gesteld. Voor de strafbaarheid moeten drie elementen aanwezig zijn: 1° het voornemen een misdrijf te plegen (→Opzet); 2° het begin van uitvoering; 3° dat het misdrijf niet voltooid is alleen door omstandigheden buiten den wil van den dader gelegen. Bij p. wordt het maximum der hoofdstraffen met een derde verminderd. P. tot overtreding is niet strafbaar (art. 46 W. v. Str.). Bosch van Oud Amelisweerd.
Volgens het Belg. recht is er sprake van p., wanneer de opzet om een misdaad of een wanbedrijf te begaan zich heeft geopenbaard door uitwendige daden, welke een begin van uitvoering van dit wanbedrijf of van die misdaad uitmaken, en welke slechts werden gestaakt of hun uitwerking hebben gemist om reden onafhankelijk van den wil van den dader. P. tot misdaden wordt in het Belg. recht (art. 80-81 W. v. Str.) bestraft met de straf onmiddellijk lager dan die, welke voor het voltooide misdrijf zou worden opgelegd. Voor wanbedrijven wordt de p. slechts bestraft in de gevallen en met de straf uitdrukkelijk door de wet voorzien. P. tot overtreding wordt niet gestraft. Collin.