Varengeslacht van de fam. der Polypodiaceeën. Komt in 8 soorten in de tropen voor als epiphythen. Zij hebben groote, hartvormige, steriele bladeren, die in jongen toestand een waterweefsel hebben en later bij het afsterven bruin worden en dan tegen de takken van de boomen aangedrukt liggen, tusschen elkander humus verzamelen (afvallende bladeren enz.) en ten slotte bij rotting zelf als voedsel voor de wortels van de plant dienen. De vruchtbare bladeren zijn vertakt en dragen aan het einde de sporenhoopjes.
Het meest bekend is de Australische P. alcicorne; andere soorten zijn P. grande, stemmaria, andinum en biforme. Bouman.