Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Plan van den Arbeid

betekenis & definitie

A) In Nederland

De groote economische crisis (1929-’36) bracht groote werkloosheid en ondergang van zeer vele ondernemingen; daarnaast een zeer onrendabelen gang van zaken. Onder alle pogingen tot herstel van de econ mische welvaart neemt het Plan van den Arbeid van de S.D.A.P. (1934) een zeer belangrijke plaats in.

Dit plan wordt vooral beheerscht door het conjunctureele deel van de crisis. Het gaat daarbij uit van de kerngezonde gedachte, dat indien het vrije bedrijfsleven zich terug trekt, de overheid de taak heeft het econ. leven te stimuleeren, vooral door een groote werken-politiek. Daardoor zullen een groot aantal bouwvakarbeiders en landarbeiders direct aan het werk worden gezet, wat tot gevolg heeft het aan het werk zetten van arbeiders in belangrijke mate in industrieën, die materialen voor de groote werken leveren, en verder het aan het werk zetten van arbeiders in de distributiebedrijven. De financiering geschiedt door leeningen, die in betere tijden weer, naar een vast plan, moeten worden afgelost.

De groote fout van het P. is, dat het structureel deel van de crisis en de daarmee samenhangende structuur werkloosheid onvoldoende worden onderkend. Met name in Ned. is een groot deel van de werkloosheid te verklaren door rationalisatie, mechanisatie, beperking van internationaal handelsverkeer (vooral met Duitschland) en bevolkingstoename. De econ. maatregelen door de structuurcrisis en de structuurwerkloosheid geëischt zijn geheel andere dan die van het Plan van den Arbeid.

Bestrijding van de gevolgen van conjunctuuromslag en van de gevolgen van de veranderde structuur behoort een belangrijk onderdeel te zijn van toekomstig regeeringsbeleid, zoo mogelijk in het verband van internationale regeling. Zij kan alleen worden gevonden in een samenleving, die door publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie rechtstreeks het econ. leven tot ordening leidt. Dit wordt ook door het P. aanvaard.

Lit.: Het P. van de S.D.A.P.; J. A. Veraart, Sociaal econ. reconstructie van Ned. (1936); id., Nationale bestrijding v. d. gevolgen der crisis door maatregelen van handelspolitiek (1933); id., Praeadvies v. d. Nationale Vereeniging tegen de werkloosheid (1932). Veraart.

B) In België is het Plan van den Arbeid, ook Plan de Man genaamd, voorgesteld door Hendrik de Man op het Kerstcongres van de Belg. Werklieden Partij in 1933. Dit beoogt een econ. en staatkundige hervorming van het land:
1° Door instelling van een regime van gemengde economie, omvattend naast den privaten sector, een genationaliseerden sec tor, die de organisatie van het crediet en de voornaam ste reeds in feite gemonopoliseerde nijverheden zou omsluiten;
2° Door de aldus georganiseerde economie te onderwerpen aan richtlijnen van algemeen belang;
3° Door de verwezenlijking op staatkundig gebied van een hervorming van den Staat en van het parlementair regime, die de grondslagen legt van een werkelijke econ. en sociale democratie. Het Kerstcongres van 1933 van de Belg. Werklieden Partij belastte het „Bureau voor Sociale Studiën”, waarvan H. de Man de leiding had, met de gedetailleerde uitwerking. Dit stelde onmiddellijk 22 commissies in, waarvan het werk geleid en samengeordend werd door een speciaal daartoe aangesteld organisme, Redactiedienst genaamd. Deze commissies hadden ieder een speciaal deel van het Plan in te studeeren. In haar laatste zitting van 1935 hechtte de Alg. Commissie van het Plan haar definitieve goedkeuring aan de ontwerpen en besloot ze voor te leggen aan het parlement, zoodra een socialistische regeering zou tot stand komen. Dit is tot nog toe niet geschied; de socialistische partij trad in de eerste nationale regeering Van Zeeland in Maart 1935, samen met de Liberalen en de Katholieken.

Lit.: De Uitvoering v. h. Plan v. d. Arbeid (De Sikkel, Antwerpen 1935). Kuypers.

< >